Toepassingen:
Met cellenbeton casco elementen zet u een woningcasco in een korte tijd overeind.
Het systeem bestaat uit kimblokken, dragende cascopanelen, lateien enz. eventueel met vloer- en dakplaten.
Het systeem is geschikt als dragend binnenspouwblad met daaromheen een isolatielaag en een gevelsteen als buitenschil of als massieve buitenwand met een dikte van 365 mm die met een duurzame pleisterlaag afgewerkt kan worden.
De voordelen van cellenbeton:
De cascopanelen zijn gemaakt van cellenbeton, een natuurlijk materiaal van cement, zand en kalk. Cellenbeton bezit bijzondere bouwfysische eigenschappen. Het is sterk, thermisch isolerend, vocht regulerend, warmte accumulerend, geluidsisolerend en niet te vergeten onbrandbaar.
Hierdoor ontstaat er in een woning van cellenbeton een bijzonder aangenaam leefklimaat. Bovendien is cellenbeton zeer eenvoudig te verwerken cq. bewerken. Het lichte gewicht en het dragend vermogen maakt het een zeer geschikt bouwmateriaal.
Tevens is cellenbeton zeer milieu vriendelijk en duurzaam.
Sterkte:
De wanddikte dient minimaal 150 mm te zijn. Bij deze dikte zijn de wanden geschikt als dragende wand tot een vloeroverspanning van 7.000 mm. De elementen worden onderling verlijmd, terwijl aan de bovenzijde de koppeling verkregen wordt door een metalen koppelstrip die met draadnagels op de panelen wordt bevestigd. De verbinding tussen casco elementen en de vloer wordt met behulp van doken gerealiseerd. Een en ander altijd volgens berekening van uw constructeur.
Dilataties:
In de cascowanden dient men een aantal dilataties aan te brengen. Waar en hoe deze toegepast moeten worden hangt onder andere af van het ontwerp, de vorm en grootte van de woning. Als vuistregel geldt echter: tenminste 1 onder raamopeningen, aan 1 zijde van een hoek op een afstand van ca. 1,5 m en in blinde muren op een afstand van ca. 5 m.
Lijm: Per m³ cascopanelen is ca. 9 kg. lijmmortel nodig. De lijm is te verwerken tot een temperatuur van -3 °C. Gedurende de verhardingstijd van deze lijm mag de temperatuur echter niet onder deze temperatuur komen. Montage: De casco elementen worden gelijmd met een voeg van 2 à 3 mm. De lijm wordt aangebracht met een lijmkam. Overtollige lijm verwijderen en glad afstrijken. De panelen worden onderling gefixeerd met behulp van zgn. wisselplaatjes (gegalvaniseerde golvende stalen plaatjes) die bovenop de casco panelen haaks op de lijmnaad wordt geslagen. Om kleine niveau verschillen op te kunnen vangen kunnen onder de panelen kunststof stelplaatsen worden aangebracht. Uit het oogpunt van stabiliteit begint men te monteren vanuit twee aansluitende hoekpanelen. Het eerste paneel wordt gesteld en afgeschoord met een houten lat. Men dient om de 2 à 3 panelen een houten schoor aan te brengen. Wanneer alle panelen zijn gemonteerd wordt het geheel gekoppeld met een thermisch verzinkte stalen strip die aan de bovenkant met draadnagels wordt gemonteerd. Afwerking: Het repareren van beschadigingen alsmede het vullen van leidingsleuven dient te geschieden met de daarvoor geschikte mortel. Vervolgens kunnen de panelen behang- en/of spuitklaar worden afgewerkt met een gladpleister of een vul- cq. vlakmiddel op basis van gips. Tegelwerk kan eventueel rechtstreeks op de wanden worden aangebracht, mits er een elastisch blijvende tegellijm wordt toegepast (dilateren om de ca. 2,5 m).
Wanddikte in mm | Kwaliteitsklasse | λ-waarde in W/(m.K) |
240 | G 2/400 | 0.10 |
300 | G 2/400 | 0.10 |
365 | G 2/400 | 0.10 |
400 | G 2/400 | 0.10 |
500 | G 2/400 | 0.10 |
150 | G 4/600 | 0.16 |
175 | G 4/600 | 0.16 |
200 | G 4/600 | 0.16 |
240 | G 4/600 | 0.16 |
300 | G 4/600 | 0.16 |
365 | G 4/600 | 0.16 |
400 | G 4/600 | 0.16 |
500 | G 4/600 | 0.16 |
* Cellenbeton casco elementen zijn leverbaar tot een hoogte van 3.000 mm.